Spoorwegovergang schakeling voor de modulebaan
Een spoorwegovergang is een leuke aanvulling op de modelbaan en het wordt nog leuker wanneer deze wordt voorzien van een volautomatische knipperlicht slagboom installatie.
Thuis in de modelbaan levert het aansluiten meestal weinig problemen op.
Bij de M-Track modulebaan hebben we echter ook nog te maken met het volautomatische bloksysteem en komt er iets meer bij kijken.
De aansturing van de overweg vindt net als het automatisch blokstelsel plaats dmv spoorbezetmelding.
Helaas hebben we al enkele keren ondervonden dat het niet voor iedereen eenvoudig is eea onberispelijk te laten functioneren.
Naast een werkende overweg moet immers ook de spoorbezetmelding sectie voor het seinstelsel volledig intact blijven. Het is niet zo moeilijk als dat het lijkt maar je moet natuurlijk wel de truc daarvan weten. Vandaar dat het nu ook in de Tips & Trucs is opgenomen.
Klik op het plaatje voor het elektrotechnische schema.
Wanneer we het elektrotechnische schema erop na slaan zien we twee dikke lijnen welke de twee sporen -voor elke richting één- moeten voorstellen. Voor de overzichtelijkheid is alle niet terzake doende bedrading van de module (zoals massa en middenleider bedrading naar de rails) achterwege gelaten.
Ook zijn bij de relais geen gelijkrichterbruggen en condensatoren getekend hetgeen bij het gebruik van de gelijkstroomrelais wel noodzakelijk is.
Hiervoor verwijzen we naar de geldende normen.
Zoals bekend mag de “zwarte draad” van de Centrale Voeding Leiding (CVL) onder geen enkele voorwaarde onderbroken worden behalve bij de overgang naar een nieuw seinblok.
Mbv de spoor isolaties 1a & 1b (zoals gebruikelijk in de linker spoorstaaf in de rijrichting bekeken) maken we binnen het normale seinblok een EXTRA geïsoleerde sectie. Wanneer een trein in deze sectie rijdt wordt relais 1 bekrachtigd en sluit het contact 1-1 welke de overweg installatie in gang zet. Eveneens sluit contact 1-2 waardoor de zwarte draad van CVL 1 aan massa gelegd wordt en er een bezetmelding gecreëerd wordt tbv het seinstelsel.
Een trein in de overwegsectie blijft op deze manier dus nog steeds door het seinstelsel gesignaleerd.
Let er wel op dat contact 1-2 aangesloten wordt tussen de zwarte CVL draad en de MASSA en niet de zwarte draad van de geïsoleerde overwegsectie (zoals voorheen nogal eens gebeurde).
Bij het verlaten van de overwegsectie valt relais 1 weer af en wordt de overweg installatie weer uitgeschakeld. Schakelaar Z1 is aangebracht om in geval van storing de overwegsectie te kunnen overbruggen zodat de blokbeveiliging intact blijft.
Deze hele schakeling geldt ook voor spoor 2.
In dit schema sturen de parallel geschakelde contacten 1-1 & 2-1 rechtstreeks de overweg installatie aan. Afhankelijk van de manier waarop de overweg installatie moet aangestuurd is wellicht een derde relais noodzakelijk welke daar tussen geplaatst wordt. Het derde relais wordt dus door de contacten 1-1 of 2-1 geschakeld en bediend op zijn beurt weer de overweg installatie.
Dinsdag 10 augustus 2004
Terug naar “Tips & Trucs”